Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [8]Het ene geslacht gaat, en het andere geslacht komt; maar de aarde [9]staat in der eeuwigheid. 8. De zin dezer woorden is: de menigte der mensen, die nu leeft, vergaat; alzo zullen die ook vergaan, die van eeuw tot eeuw na hen komen zullen. Zie Ps.12:8; Ja al wat in de wereld is, is vergankelijk en veranderlijk; derhalve kan het de mens geen bestendige gelukzaligheid aanbrengen. 9. Of, is bestendig, zij vergaat niet, het is zoveel alsof hij zeide: De aarde, of de wereld vergaat alzo niet, gelijk die dingen vergaan, die daarop zijn, leven en zweven. Anderszins is het zeker dat de wereld ook eindelijk vergaan zal. Zie Ps.102:27, en Ps.104:5, en Ps.119:90; 2 Petr.3:10.